Standaarden:E-portfolio NL

Uit Kennisnet Developers Documentatie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Standaarden: E-portfolio NL

De afspraak E-portfolio NL is gebaseerd op IMS ePortfolio. Dit is een internationale afspraak, waardoor je door het toepassen van de afspraak e-portfolio NL automatisch een zekere mate van garantie hebt dat het e-portfolio ook in niet Nederlands georiënteerde systemen kan worden gebruikt. IMS ePortfolio maakt gebruik van de andere IMS afspraken zoals Learner Information Package (LIP) en Content Packaging (CP).

Documentatie

Bullet book.png E-portfolio NL specificatie Nl.gif (leidend)

Voorbeelden

In de onderstaande tabel staan een aantal NTA 2035 E-portfolio NL voorbeelden, volgens de officiële specificatie.

(volgt nog)

Tips

Voor deze afspraak zijn de volgende tips en voorbeelden beschreven:

Wat is beter: Alle gegevens in 1 portfoliopart of per gegevensobject verdelen over meerdere portfolioparts?

Antwoord: Voor het grootste deel van de portfolio-parts in een e-portfolio pakket geldt dat de inhoud een lijst van specifieke gegevensobjecten is. Denk hierbij aan gegevensobjecten als:

  • ontwikkelingsvoorwaarde (<accessForAll.context> binnen PfP B);
  • ambitie (<learnerinformation.goal> binnen PfP C);
  • interesse (<learnerinformation.interest> binnen PfP D);
  • relatie of netwerk (<learnerinformation.affiliation> binnen PfP E);
  • competentie(<learnerinformation.competency> binnen PfP F);
  • activiteit (<learnerinformation.activity> binnen PfP G);
  • product (<learnerinformation.activity.product> binnen PfP H);
  • evaluatie of beoordeling (<learnerinformation.activity.evaluation> binnen PfP I);
  • formele erkenning (<learnerinformation.qcl> binnen PfP K);
  • relaties (<learnerinformation.relationship> binnen PfP Relaties).

Deze portfolioparts mogen ook meer keren voorkomen. Dit opent de mogelijkheid om een verzameling gegevensobjecten te verdelen over meer portfolioparts; eventueel één gegevensobject per portfoliopart waardoor evenveel portfolioparts als gegevensobjecten bestaan. Hoewel internationaal een voorkeur lijkt te bestaan voor het verdelen van deze gegevensobjecten over verschillende portfoliopartinstanties, heeft het de voorkeur om de gegevensobjecten die bij elkaar horen zoveel mogelijk te verzamelen in één portfoliopart. Let op: dit geldt niet voor portfolioparts A. Identificatiegegevens, J. Reflecties, Beoordelingstabel en Beoordelingsresultaat. In deze portfolioparts slechts 1 gegevensobject omdat dit zo is gedefinieerd.